Het burenrecht is een onderdeel van de wet dat de relatie tussen eigenaren van aangrenzende percelen regelt. Het omvat regels over zaken als overhangende takken, geluid, erfafscheidingen, wortelgroei en het recht op licht en uitzicht, en helpt zo conflicten tussen buren te voorkomen en op te lossen. Bij de Nederlandse rechtbanken worden inmiddels zo’n 4000 burenzaken per jaar behandeld.
Binnen het burenrecht speelt vooral de afweging tussen de (individuele) belangen van de buren een belangrijke rol. Dat inmiddels ook klimaataspecten worden meegewogen volgt uit een recent vonnis van de Rechtbank Den Haag.
De casus
In die zaak vond eiseres dat de coniferenhaag van haar buurman van 15 meter hoog te veel daglicht en zoninval wegnam en daardoor onrechtmatige hinder veroorzaakte. Zij vorderde dat haar buurman deze coniferen zou terugsnoeien tot 6 meter hoogte. De rechtbank moest beoordelen of deze hinder onredelijk was door de aard, de ernst, en de duur daarvan.
De rechtbank besloot de vorderingen van eiseres af te wijzen. In dit specifieke geval benadrukte de rechtbank dat hoewel de coniferen schaduw veroorzaakten, dit niet automatisch leidde tot een onrechtmatige hinder. De rechtbank wees er onder meer op dat toen eiseres de woning kocht, de coniferen reeds aanwezig waren en op dat moment al 6 tot 7 meter hoog waren. Volgens de rechtbank had eiseres er rekening mee moeten houden dat de coniferen nog (veel) groter zouden worden. Een andere reden die de rechtbank aanvoerde was dat:
(…) grote bomen een bijdrage leveren aan de vermindering van de gevolgen van klimaatverandering, een belang dat aan gewicht toeneemt.
Conclusie
Het vonnis wijst op een mogelijke trend waarbij rechters breder kijken dan alleen de directe burenrelatie en ook maatschappelijke belangen zoals duurzaamheid en klimaatimpact meewegen. Dit zou met zich meebrengen dat rechters klimaatoverwegingen kunnen integreren in hun beoordeling over de vraag wat binnen het burenrecht als ‘rechtmatig’ en ‘onrechtmatig’ moet worden aangemerkt. Bovendien zou dit betekenen dat buren soms persoonlijke ongemakken en hinder zullen moeten accepteren als deze dienstbaar zijn aan grotere ecologische doelen.
Het is nu de vraag of andere rechtbanken dit voorbeeld zullen volgen en hoe dit de juridische praktijk zal beïnvloeden. Eerder werd de Nederlandse overheid in de spraakmakende Urgenda-zaak uit 2019 al verplicht ervoor te zorgen dat de uitstoot van broeikasgassen drastisch wordt verminderd. Indien de uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt gevolgd, zou dit ook de verdere integratie van klimaatverandering in alledaagse juridische beslissingen kunnen betekenen.
Heb je naar aanleiding van dit onderwerp vragen? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen: 053 2600444 of info@loffadvocaten.nl