Selecteer een pagina

LOFF ADVOCATEN

Heeft een brouwerij, als (tussen)huurder, ook recht op coronakorting?

door | 30 - 09 - 2022 | Kennis, Nieuws

Heeft een brouwerij, als (tussen)huurder van een cafépand waarin tijdens de coronalockdown geen of verminderd omzet kon worden gerealiseerd, ook recht op huurprijsvermindering? Volgens een recente uitspraak van de kantonrechter van de Rechtbank Limburg niet.

Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad bepaald dat de corona maatregelen waarmee huurders van 290-bedrijfsruimte werden geconfronteerd in beginsel aanspraak kunnen maken op huurprijsvermindering. Deze uitspraak ziet op onder meer op huurders van winkels, horeca etc. die voor hun omzet afhankelijk zijn van de komst van publiek en deze ruimte niet of slechts in geringe mate kunnen exploiteren als gevolg van allerlei overheidsmaatregelen.

Heineken – net als veel andere brouwerijen – heeft mede naar aanleiding van deze uitspraak van de Hoge Raad (op eigen initiatief) minder huur aan hun verhuurders overgemaakt. Dit veelal in het kader van een regeling waarbij de (onder)huurders, die feitelijk de cafépanden exploiteren, op hun beurt ook een huurprijsvermindering ontvingen. De kwijtschelding van de huur aan de caféexploitanten werd in die gevallen voor de helft door de brouwerij en voor de helft door de (hoofd)verhuurder gedragen.

Een van de verhuurders van Heineken was het daarmee niet eens en startte een procedure. Deze verhuurder vond dat Heineken niet gerechtigd was om eenzijdig (en zonder toestemming) huur in te houden en vorderde dat Heineken alsnog de volledige huur zou betalen.

De kantonrechter oordeelde dat Heineken als huurder/ onderverhuurder niet ‘voor haar omzet afhankelijk is van de komst van publiek‘. Heineken is namelijk voor haar omzet afhankelijk van het ontvangen van huur en de inkomsten die zij genereert doordat haar huurder (de feitelijke exploitant) de dranken van Heineken verkoopt. Dat Heineken indirect wel afhankelijk zou zijn van de komst van publiek, namelijk via haar huurder, gaat volgens de kantonrechter niet op omdat de Hoge Raad de kring van gerechtigden beperkt heeft willen houden. De verhuurder kreeg dan ook gelijk en Heineken is veroordeeld om de ingehouden huur alsnog aan haar verhuurder te betalen.

Deze uitspraak van de kantonrechter kan voor Heineken en andere brouwerijen aanzienlijke (financiële) consequenties hebben. Heineken heeft in Nederland namelijk 600 panden in tussenhuur en de kans is groot dat haar verhuurders met deze uitspraak in de hand (opnieuw) de discussie zullen aangaan over het bedrag aan huur dat zij niet hebben ontvangen. Het ligt daarom in de lijn der verwachting dat Heineken hoger beroep zal aantekenen tegen deze uitspraak. Wordt mogelijk vervolgd dus!

Heb je naar aanleiding van dit onderwerp vragen? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.