Selecteer een pagina

LOFF ADVOCATEN

Vermindering huurprijs door corona ook van toepassing op franchise?

door | 28 - 03 - 2022 | Kennis

Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad de (langverwachte) uitspraak inzake corona en huurbetalingen gedaan. Het ging hier over de vraag of huurders van 7:290-bedrijfsruimte (waaronder hotels, restaurants en cafés) door overheidsmaatregelen als gevolg van de coronapandemie aanspraak kunnen maken op vermindering van de huurprijs.

In een onlangs gepubliceerde uitspraak oordeelde het Gerechtshof Amsterdam dat het met een beroep op onvoorziene omstandigheden ook gerechtvaardigd kan zijn dat een franchisenemer tijdens lockdowns minder franchise fee betaalt. Dit is in lijn met de hiervoor genoemde uitspraak van de  Hoge Raad.

Wat was de achtergrond van deze zaak? Brazuca Coffee (de franchisegever) had een huur- en franchiseovereenkomst gesloten met Amstel (franchisenemer). In deze huur- en franchiseovereenkomst was bepaald dat die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Dit hield onder meer in dat een tekortkoming in de huurovereenkomst leidde tot een tekortkoming in de franchiseovereenkomst.

Nog voor aanvang van de coronapandemie ontstond tussen partijen een geschil. Zoals wel vaker het geval in dit soort situaties, was Amstel niet tevreden met de marketinginspanningen van Brazuca. Dit terwijl Amstel daar wel een franchise fee voor moest betalen. Brazuca wilde echter geen openheid geven welke marketingactiviteiten waren verricht. Op haar beurt verweet Brazuca Amstel onder meer dat zij contractbreuk pleegde door het niet verstrekken van omzetoverzichten, was er een betalingsachterstand in de franchise- en marketing fee en bovendien nog een behoorlijke huurachterstand. Uiteindelijk leidde dit tot een kort geding procedure bij de rechtbank, waarbij Brazuca de ontruiming van het gehuurde vorderde. Amstel trok in eerste instantie aan het kortste eind en kreeg een ontruiming tegen zich uitgesproken. Partijen zijn vervolgens in hoger beroep gegaan en daar kwam onder andere de vraag naar voren of Amstel, gezien de corona maatregelen, nog wel gehouden was de (volledige) franchise fee aan Brazuca te betalen.

Het gerechtshof overwoog in dat kader het volgende:

In de mogelijkheid van de uitbraak van een crisis als van deze omvang hebben partijen in de franchiseovereenkomst niet voorzien of (kennelijk) beoogd te voorzien. Onjuist is om de gevolgen hiervan eenzijdig voor rekening en risico van Amstel (de franchisenemer) te laten komen, een verdeling van dat risico (op de voet van 50/50) voor de maanden waarin de vestiging Julianaplein geheel dan wel deels moest worden gesloten vanwege door de overheid opgelegde coronamaatregelen, ligt meer voor de hand.

Volgens het gerechtshof was Amstel dus niet gehouden de volledige franchise fee aan Brazuca te betalen en was de op dat moment nog resterende betalingsachterstand onvoldoende om Amstel tot ontruiming te veroordelen. Het vonnis van de rechtbank is dan ook vernietigd en ook alle andere vorderingen van Brazuca zijn afgewezen. Brazuca trok uiteindelijk dus aan het kortste eind en Amstel mocht in het gehuurde blijven.

Deze uitkomst is, mede gelet op alle eerdere soortgelijke uitspraken in huurkwesties, niet verrassend. Wel is het de vraag hoe deze uitspraak in de praktijk uitpakt bij een omzetafhankelijke franchise fee, zoals tussen Brazuca en Amstel overeengekomen, in combinatie met compensatieregelingen vanuit de overheid. Daar zal de komende tijd ongetwijfeld meer duidelijkheid over gecreëerd worden in de rechtspraak.

Heb je naar aanleiding van dit onderwerp vragen? Twijfel dan niet om contact met ons op te nemen.